Vorig jaar is door het pensioenfonds de intentie uitgesproken om in te
varen in het nieuwe pensioenstelsel.
Tot op heden weten wij als deelnemers vrijwel niet wat er gaande is. De
communicatie is zeer beperkt en van zeer algemene aard. Daar worden wij
dus niet wijzer van. Het pensioenfonds is bovendien pas aan zet als de
kaarten al lang en breed door de sociale partners geschud zijn. Die hullen
zich in stilzwijgen en voelen zich niet geroepen om de deelnemers, om wie
het gaat, goed te informeren en te betrekken bij het proces en inhoud.
Dat de vakbond bepaald niet voorop loopt verbaast ons niet. Als het om de
pensioenen en de gepensioneerden gaat, hebben zij zich na het beëindigen
van de sluitpost financiering in 2006 niet of nauwelijks om het
pensioenfonds en de gepensioneerden bekommerd. Ook zij hebben in 2019
de vertrouwelijke notitie gehad, waaruit bleek, dat het pensioenfonds door
het beleid van DSM en het pensioenfonds ernstig was uitgehold. Zij hebben
er niets mee gedaan en hebben daarmee alle deelnemers volledig aan hun
lot overgelaten. Wij maken ons grote zorgen dat bij het invaren in het
nieuwe pensioenstelsel opnieuw het kind van de rekening zullen zijn.
Eén van de aspecten bij het invaren, die verstrekkende gevolgen voor de
gepensioneerden zal hebben, is de vraag of en hoe compensatie geboden
moet worden voor het afschaffen van de doorsnee premie voor de actieve
deelnemers, die ouder dan 40 jaar zijn. Zij zullen door de overgang naar het
nieuwe stelsel een deel van hun toekomstige pensioenopbouw missen. De
financiering van dit deel dient echter te geschieden met toekomstige
premiebetalingen, waarvan de werkgever 80% en de werknemers 20%
betalen.
Daarnaast speelt, dat de opbouw van de pensioenen van de actieve
deelnemers gefinancierd dient te worden uit de premie, die
vanzelfsprekend volledig kostendekkend zou moeten zijn, wat echter in het
verleden niet het geval was. Vanaf 2008 tot en met 2023 is door DSM, met
instemming van het pensioenfonds, geen zuivere kostendekkende premie
betaald. Als gevolg daarvan werd het jaarlijkse tekort aan premie voor de
opbouw van de pensioenen van de actieve medewerkers in feite
gefinancierd uit het rendement van het pensioenfonds, wat ten koste is
gegaan van het vermogen van het pensioenfonds om de pensioenen te
indexeren. Dit ondanks het feit, dat het pensioenfonds en DSM in de
uitvoeringsovereenkomst nadrukkelijk zijn overeengekomen, dat er geen
premie door de werkgever wordt betaald voor het indexeren van de
pensioenen, waardoor de indexatie volledig uit het rendement/vermogen
van het fonds dient te worden gefinancierd. Het premievoordeel van DSM
en de actieve deelnemers is ten koste gegaan van de indexaties voor de
pensioengerechtigden, waardoor voor de pensioengerechtigden een
indexeringsachterstand is ontstaan, die inmiddels is opgelopen tot de
huidige 24%.
Wij willen voorkomen, dat DSM en de vakbonden in plaats hiervan het
vermogen van het pensioenfonds aanwenden en het nadeel daarmee
compenseren en financieren uit het vermogen van alle deelnemers.
Werknemers en gepensioneerden betalen in dat geval feitelijk de premies
die in de toekomst door de werkgever verschuldigd zijn, en het resterend
werknemersdeel van de premie wordt gefinancierd uit hun eigen
pensioenvermogen (vestzak-broekzak). Dat zal betekenen, dat de forse
sommen, die voor de compensatie moeten worden uitgetrokken, ten koste
zullen gaan van de financiële mogelijkheden van het pensioenfonds om de
indexeringsachterstand van de pensioenen en de pensioengerechtigden in
te halen.
Er is echter meer aan de hand. De opbouw van de pensioenen dient
gefinancierd te worden uit de premie, die vanzelfsprekend kostendekkend
zou moeten zijn, wat niet het geval was. Vanaf 2008 tot en met 2023 is door
DSM met instemming van het pensioenfonds geen kostendekkende premie
betaald. Het tekort aan premie voor de opbouw van de pensioenen van de
actieve medewerkers is als gevolg hiervan mede gefinancierd is uit het
rendement op het vermogen van het pensioenfonds. Het rendement is daar
niet voor bedoeld, want met het rendement moet de indexering van de
pensioenen gefinancierd worden. Kort samengevat, de actieve deelnemers
hebben van het pensioenfonds een voordeel gehad, waardoor voor de
gepensioneerden een indexeringsachterstand is ontstaan, die is opgelopen
tot de huidige 24%.
Het invaren dient volgens de regels evenwichtig te gebeuren, d.w.z. recht te
doen aan de belangen van alle deelnemers. Wij zijn van mening, dat
vanwege het feit dat de pensioenopbouw van de actieve deelnemers al die
jaren deels gefinancierd is ten laste van het vermogen dat bestemd was
voor het indexeren van onze pensioenen, eerst de indexatieachterstand
ongedaan dient te worden gemaakt en er in een verwacht realistisch
toekomstscenario in het nieuwe stelsel uitzicht dient te bestaan op een
koopkrachtig pensioen voor alle deelnemers. Pas daarna vinden wij dat er
sprake kan zijn van compensatie voor het gemis aan toekomstige
pensioenopbouw van de actieve medewerkers uit het pensioenvermogen.
Als die ruimte er niet is zal voor deze compensatie gewoon premie betaald
moeten worden.
Het is voor ons onacceptabel, dat de gepensioneerden, na in de afgelopen
zestien jaar al benadeeld te zijn ten gunste van de actieve deelnemers, nu
voor de tweede keer financieel benadeeld zouden worden ten gunste van
actieve deelnemers.
Wij hebben dit uiteraard nadrukkelijk bij DSM onder de aandacht gebracht
en een dringend beroep op DSM gedaan om het initiatief te nemen voor een
gezamenlijk overleg van VDP en VPPHA met alle betrokkenen over de
doelstellingen, het proces en de inhoudelijke aspecten van het invaren.
Comments