De pensioengerechtigden zijn weer het kind van de rekening.

Door DSM en de vakbonden is een transitieplan opgesteld voor het invaren in het nieuwe pensioenstelsel. Belangrijk onderdeel van het transitieplan is de zgn. spreidingstermijn, waarmee geregeld kan worden dat voor- en/of nadelen voor de deelnemers bij het invaren over een termijn van tien jaar kunnen worden uitgesmeerd. 

DSM en de vakbonden hebben in het door hen opgestelde transitieplan gekozen voor een termijn van één jaar. Voor de pensioengerechtigden is dit van groot belang. Met een termijn van één jaar zullen de voordelen van deze keuze bij het invaren direct worden meegenomen in de uitkering van de pensioengerechtigden. Dit in de plaats van deze voordelen na het invaren over een langere termijn alsnog aan de uitkering toe te voegen. 

Uitsmeren heeft tot gevolg dat de pensioengerechtigden - anders dan de actieve en gewezen deelnemers - bij het invaren direct en daadwerkelijk financieel nadeel ondervinden omdat er dus bij het invaren minder uitgekeerd wordt. Dit nog los van de mogelijkheid dat er later, al dan niet door onvoorziene omstandigheden en/of nieuwe afwegingen en keuzes door het bestuur van het pensioenfonds, niets of slechts een deel alsnog aan de potjes van de pensioengerechtigden zal worden toegedeeld. 

Het door DSM en de vakbonden opgestelde transitieplan is aan het bestuur van het pensioenfonds verstrekt. Het bestuur dient vervolgens te beoordelen of het plan kan worden uitgevoerd en met name of het plan voor alle belanghebbenden “evenwichtig” zal uitpakken. Inmiddels is duidelijk geworden dat het bestuur van het pensioenfonds niet van plan is de éénjaarstermijn voor het volledige vermogensoverschot toe te passen, maar voornemens is om een fasering toe te passen, waardoor de toedeling dus toch zal worden uitgesmeerd. 

De VDP, die door DSM en de vakbonden over het transitieplan gehoord is en haar zegen aan het transitieplan had gegeven, heeft luid en duidelijk haar onvrede over de aanpassing kenbaar gemaakt. Onze vereniging heeft geen hoorrecht maar wij zijn het volledig met de VDP eens. 

De pensioengerechtigden zijn ook nu weer het kind van de rekening. En dat terwijl de pensioengerechtigden nog steeds kampen met de ernstige financiële nadelen van de indexeringsachterstand, die momenteel cumulatief ca 22% bedraagt. 

De nadelige keuze voor een gefaseerde toedeling laat onverlet dat afhankelijk van de dekkingsgraad bij het invaren slechts een deel van de indexatie achterstand zal worden ingehaald. Dit zal tot gevolg hebben dat het deel van de indexatie achterstand dat niet zal worden ingehaald bij invaren voor eeuwig verloren zal gaan. 

Het is iedere keer hetzelfde. Het bestuur van het pensioenfonds zal haar keuze ook nu weer rechtvaardigen door te verwijzen naar regels, voorbeelden bij andere pensioenfondsen en andere argumenten die hen van pas komen, maar vooral naar de evenwichtigheid. Zoals vrijwel altijd het geval is, komt het er ook dit keer weer op neer dat de pensioengerechtigden het kind van de rekening zijn.